Door op 11 november 2014

Algemene beschouwingen

Bij de begrotingsbehandeling is het een goede gewoonte naast het bespreken van de cijfers, in de Algemene Beschouwingen e.e.a. in een breder perspectief te plaatsen en eens even over de gemeentegrenzen heen te kijken.

De laatste weken zijn er een aantal publicaties geweest die onze aandacht hebben getrokken. Als we de bevindingen van de Franse econoom Thomas Piketty over de ongelijke verdeling van inkomens (lees: vaak opleiding) en vermogens (omdat de opbrengsten van kapitaal hoger zijn dan die van arbeid) tot ons nemen. Of we lezen het rapport Gescheiden Werelden? van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en het Cultureel Planbureau

Of het onderzoek van het bureau Motivaction over de participatiesamenleving bestuderen, zien we een rode draad. De financiële ongelijkheid neemt toe en er is een steeds grotere kloof aan het ontstaan tussen hoger- en lageropgeleiden. Die twee groepen hebben steeds minder met elkaar; minder contact, minder respect en spreken een andere taal. Er wordt gesteld dat vooral hogeropgeleiden de neiging hebben zich in eigen kring op te sluiten en die tweedeling vertaalt zich naast economisch, ook op sociaal, cultureel en politiek niveau. Als we niet uitkijken weet de ene helft van Nederland (zo u wilt van Lochem) niet wat de andere helft beweegt, bezighoudt of belangrijk vindt.

We staan aan de vooravond van de grootste herziening van onze verzorgingsstaat; de ombouw naar participatiesamenleving. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor de allerzwaksten in onze samenleving. Uit het zeer recente onderzoek van Motivaction blijkt dat de steun voor de participatiesamenleving afbrokkelt nu de eerste hervormingen van de zorg zichtbaar en voelbaar worden. Dat heeft natuurlijk ook alles te maken met hoe gemeenten deze hervormingen vorm geven. En, daar is de kloof weer, volgens het onderzoek voelen de hoogopgeleiden, met name liberalen, zich meer thuis in de voorgestelde participatiemaatschappij dan de laagopgeleiden.

De PvdA voelt een verantwoordelijkheid als brede volkspartij om de geschetste kloof te verkleinen. Dit doen we door middel van mensen op te zoeken en te luisteren naar wat zij belangrijk vinden. Anderen en onszelf met elkaar te verbinden, zodat we voeling blijven houden met elkaar. Wij zijn er ons terdege van bewust dat juist de mensen met minder ‘rek’ in hun leven, mensen waar ‘eigen kracht’ en ‘zelfredzaamheid’ niet vanzelfsprekend zijn, mensen met minder economische en/of sociale macht een stem nodig hebben in het bestuur, in de politiek. Die stem willen wij – ook – zijn en die heeft u bijvoorbeeld kunnen horen rond de discussie over het afschaffen van de huishoudelijke hulp. En die stem laten wij vandaag horen door wijzigingsvoorstellen in te dienen over het ophogen van het armoede- en minimabeleid naar 120%. Zodat bijvoorbeeld ook ouderen met een klein pensioen hieronder gaan vallen en hun huishoudelijke hulp kunnen houden. Zo vinden wij dat geld dat van het Rijk voor de zorg naar de gemeente komt, ook voor die zorg gebruikt moet worden en niet zoals nu voorgesteld wordt een deel te gebruiken om andere tekorten op te vangen. Dat betekent voor ons dat een terugtredende overheid niet hetzelfde is als loslaten, zoals wij de wethouder hebben horen zeggen in de RTG, maar dat je juist instapt om te helpen initiatieven van de grond te krijgen, maatschappelijke doelen te bereiken. Omdat als je niet uitkijkt je ‘stiefkinderen’ maakt tussen groepen, tussen mensen die zelfredzamer zijn dan anderen.

Dat Lochem met minder geld toe moet is ook aan ons niet voorbij gegaan en natuurlijk zijn wij voor een verantwoord financieel beleid. Maar wij gaan vooral niet meer bezuinigen dan nodig is zoals dit college voorstelt. We moeten slimmer met ons geld omgaan. Veel van de opgevoerde bezuinigingen zouden met ‘anders denken’ misschien helemaal niet nodig zijn omdat het sociaal, maar ook financieel rendement oplevert. Omdat het betekent dat je op andere terreinen minder geld hoeft uit te geven. Waarom subsidies aan sportclubs afbouwen, terwijl juist sportverenigingen een belangrijke schakel zijn in ons streven een ‘inclusieve samenleving’ te zijn. Waarom niet in plaats daarvan deze clubs stimuleren doelen te formuleren die bijdragen aan die ‘inclusieve samenleving’. Waarom niet geld voor de zorg inzetten om andere, renderende initiatieven in de zorg van de grond te tillen. Waarom € 10.000 bezuinigen op de Lochemse Uitdaging terwijl het € 100.000 aan leefbaarheidsgelden oplevert.

De afgelopen maanden hebben wij met stijgende verbazing naar de voorstellen van dit college, deze coalitie, gekeken en wij hebben daar tot nu toe nog geen lijn in kunnen ontdekken. De ‘inclusieve samenleving’ wordt in het coalitieakkoord omarmd, maar een paar maanden later wordt de huishoudelijke hulp zonder pardon afgeschaft. En gezien de brief die de staatssecretaris hierover gestuurd heeft aan de Kamer, gaat dit ook niet standhouden. U stelt in de Kadernota voor € 100.000 op cultuur te gaan bezuinigen en vervolgens krijgen wij een voorstel voor extra subsidie aan de schouwburg zonder daar ook maar 1 voorwaarde aan te verbinden. U komt volgende maand met een raadsvoorstel om Lochem 3.0 2 jaar € 180.000 subsidie te verlenen (plus een lening van € 250.000), wat overigens nog niet is verwerkt in deze begroting, om het toeristisch product verder uit te bouwen, maar de subsidie voor het voetveer Gorssel-Wilp wordt geschrapt. Het ene burgerinitiatief wordt omarmd en het ander wordt weggezet met de woorden “gekraakt door de anti-kraak”.

Al met al, voorzitter, heeft de fractie van de PvdA nog geen “betrokkenheid” noch “koersvastheid” kunnen ontdekken in het beleid, in deze begroting!

Marian Beuke – fractievoorzitter PvdA Lochem