Door op 18 mei 2014

Raadsvergadering van 8 mei

In de raadsvergadering van 8 mei jl. stond het bestuursakkoord dat GB, D66 en CDA gesloten hebben op de agenda. Nadat de fractievoorzitters van deze partijen het akkoord hadden toegelicht, hebben VVD, PvdA en GL hun reactie hierop gegeven. Namens de PvdA heb ik over dit bestuursakkoord het volgende gezegd.

“Voor de PvdA dit keer geen plaats in het college, maar we zijn daarom niet minder gemotiveerd om onze bijdrage te leveren aan onze mooie gemeente. Wij kijken naar dit akkoord met een positief kritische grondhouding en wij zullen ons altijd laten leiden door de inhoud. Dus goeie bij onze visie passende voorstellen kunnen zeker rekenen op steun. Niet alles wat in het akkoord staat is ons even helder. En daarom een aantal concrete vragen aan de coalitiepartijen in de hoop dat zij die helderheid willen verschaffen.

Over het gevoerde proces:
Voor partijen die schrijven te willen samenwerken met alle partijen in de raad en transparantie propageren, heeft deze coalitie wel een erg gesloten proces gevoerd. Na een eerste gesprek van een uurtje werd het stil. Tot 17 april toen we voor ’s avonds uitgenodigd werden nog een inbreng te leveren zonder kennis te hebben van de inhoud van dit akkoord en met de opmerking dat het akkoord dinsdag na Pasen, dus 4 dagen later, gepresenteerd zou worden. Om van een bestuursakkoord te kunnen spreken had u toch echt een ander proces moeten voeren.

Een aantal algemene opmerkingen over het akkoord:
In het akkoord wordt aangegeven dat er “geen ingrijpende koerswijzigingen” zullen plaatsvinden en dat de Toekomstvisie, de nota’s Regisserend Lochem en Kijk op Kerntaken onverminderd overeind blijven. Daar zijn we blij mee.
En verder dat de belangrijkste en meest omvattende decentralisaties ooit, allen in het sociale domein, zowel qua impact voor grote groepen van de bevolking als financieel, als laatste beleidsterrein op pagina 7 genoemd wordt. Het zal u niet verbazen dat de PvdA een andere prioritering zou hebben aangebracht.
Drie vragen over de paragraaf Sociaal domein:
1. U spreekt over “drie transities die los van elkaar staan”. In het algemeen beleidskader wordt nu juist de samenhang tussen de drie betoogd. Met dat algemeen beleidskader heeft u allen ingestemd. Neemt u hier nu afstand van?
2. U gebruikt het begrip ‘wederkerigheid’ als een uitgangsprincipe bij de invulling van de participatiewet. Wat verstaat u hieronder en hoe gaat u dit invullen?
3. De eventuele tekorten die kunnen ontstaan bij de uitvoering in het sociale domein “moeten in de opvolgende jaren weer worden ingelopen” maar er staat ook dat u nauwlettend gaat bewaken en gaat ingrijpen daar waar u dit noodzakelijk acht. Dan kan zo’n tekort toch slechts eenmalig optreden. Waarom dan toch inlopen als het eenmalig is? Is onze algemene reserve er niet juist voor om eenmalige tegenvallers op te vangen? En gaan we dit dan ook doen bij andere onvoorziene uitgaven, zoals bijv. bij de gladheidbestrijding?
Er worden in het akkoord een aantal zaken opgevoerd alsof het iets nieuws betreft en we gaan evalueren. Zo gaan we Diftar “grondig” evalueren (en dat hadden we bij invoering al besloten). Het woord ‘grondig’ doet overigens vermoeden dat u al ideeën heeft over de uitkomst en we gaan nogmaals de FAB evalueren (2011 ook gedaan en aangepast). U gaat een cultuurfonds oprichten dat al bestaat en het was ook in de vorige raadsperiode mogelijk de Nuon-gelden in te zetten zoals u dit nu voorstaat. U houdt de mogelijkheid open toch Markt 2 te verkopen, terwijl 3 van de 4 GB’ers in januari jongstleden nog tegen verkoop hebben gestemd en schenkt u geen klare wijn in uw paragraaf Subsidies. Zoals wij die tekst lezen kunt u zowel bestaande subsidies in stand houden als ook allemaal afbouwen. Maar dan schrijft u op pag. 13 dat u “kritisch gaat kijken naar de middelen die de gemeente inzet op de samenleving, … Het gaat onder meer om welzijn, cultuur en sport.” en dan moeten wij toch echt concluderen dat u gaat afbouwen.

Onze vragen hierover zijn:
1. Wat is nu de positie van de GB fractie m.b.t. de verkoop van Markt 2?
2. Hoe moeten wij uw paragraaf over subsidies lezen. Gaat u nu wel of niet de subsidies voor de schouwburg, de zwembaden, de bibliotheken, dorpshuizen, etc. afbouwen?
Maar de meest vage alinea gaat over Lochem Stad. Er wordt gesproken over “herbezinning” en dat “… nut en noodzaak minder pregnant leidend zijn dan enkele jaren terug” en tegelijk zegt u “wij gaan door met deze ontwikkeling” en “We gaan het tempo aanpassen …” U schrijft heel veel, maar zegt heel weinig! Toen het plan Etalage naar de Toekomst aangenomen werd in de raad hebben we al met elkaar vastgesteld dat het wel 20 tot 30 jaar kon duren voordat het hele plan gerealiseerd zou zijn en we hebben de afgelopen jaren stappen gezet (het gemeentehuis is gebouwd, Nijha is aangekocht, het bestemmingsplan is aangepast). Maar onduidelijk blijft welke stappen u gaat zetten om zoals u schrijft “de kansen voor de toekomst veilig te stellen”. Uit onze samenwerking met het CDA in de vorige perioden weten wij dat zij veel belang hechten aan voortgang in dit project. Zelfs zoveel dat hierover een bestuurscrisis dreigde. Onze vraag hierover is:
Wat heeft u hierover nu concreet met elkaar afgesproken? Welke plannen heeft u met het Gasfabriekterrein, de Kop van Oost (Gaan we bijvoorbeeld Stemin aankopen? Wat doen we met het TKF-terrein?), met de Hoek Haalmansweg, met de Noorderbleek (gaan we wel of niet de verbindingszone verbeteren) en wat mag dit kosten?

Uw belangrijkste doel is, zo schrijft u, “de werkgelegenheid en leefbaarheid in onze gemeente te behouden en te versterken.” Dat vinden wij een mooie doelstelling. Uw paragraaf ‘Lef in Wonen’ hadden we zelf kunnen schrijven en ook de paragraaf ‘Werk, werk, werk’ vinden wij oprecht een prima paragraaf. Eén met ambitie. U gaat, zoals u dat zelf zegt “het heft in handen nemen” voor wat betreft de economie. Maar vervolgens missen wij de financiële invulling. Hoeveel mag het kosten om de fietsgemeente van Nederland te worden of om het buitengebied digitaal te ontsluiten? En waar haalt u het geld vandaan?

Met betrekking tot de financiële paragraaf het volgende. Op pag. 4 (onderaan) schrijft u “Dat keuzes uit het verleden kunnen worden herzien, geparkeerd, slimmer en anders uitgevoerd of zelfs nagelaten.” Onze vragen aan de fractie van het CDA zijn: over welke keuzes hebben we het hier en u was toch onze coalitiepartner in de vorige raadsperioden en dus medeverantwoordelijk voor deze keuzes. Hoe moeten wij dit zien?

Interessant is te zien hoe u met de voorzieningen en bestemmingsreserves en met de risicoafdekking omgaat. Op een later moment als wij inzicht hebben gekregen in de rekensom zult u onze reactie daarop vernemen. M.b.t. de nota Mobiliteit zien wij onze eigen insteek terug zoals verwoord bij de behandeling van zowel Kadernota/begroting 2013/14. Waarbij u zich moet realiseren dat 8 ton per jaar investeren nog een hele klus gaat worden. In de afgelopen jaren is dit niet gelukt. Maar wat ons het meest puzzelt is het volgende. U doet op pag. 12 financiële richtinggevende uitspraken, bijna 1.5 miljoen euro aan bezuinigingen over 13 beleidsterreinen, en daarvoor is geshopt in het ‘Overdrachtsdossier coalitievorming’ van maart 2014. In dit overdrachtsdossier wordt voor 5.252 miljoen euro aan mogelijke bezuinigingen aangedragen. Als wij die cijfers en de cijfers in het akkoord naast elkaar leggen dan kan het niet anders of u heeft per beleidsterrein al keuzes gemaakt. Alleen deze deelt u niet met ons noch met de Lochemse bevolking. Onze vraag is dan ook hoe bent u aan deze bedragen gekomen en waar staan ze voor?

Enkele opmerkingen over het nieuwe college
U schrijft op pag. 2 van het akkoord dat u beseft “… dat het in de komende jaren met de veranderingen in de samenleving en de politieke verhoudingen belangrijk is dat bestuurlijke beslissingen op groot draagvlak binnen onze gemeenteraad steunen.” Toch heeft u gekozen voor een driepartijen college dat slechts kan steunen op 13 van de 23 stemmen; geen groot draagvlak dus! En we hebben hier en daar al een dissidentgeluid gehoord. Daarnaast liggen uw ambities m.b.t. contact met partners, bevolking etc. hoog. Er wordt gesproken over “het opzoeken van de inwoners”, over “gelijkwaardige partners” en dat “overleg plaatsvindt op basis van gelijkwaardigheid en op overeenstemming gericht” en dit juichen wij van harte toe. Maar zo’n manier van besturen zal veel tijd en energie van wethouders vragen. U heeft zich blindgestaard op 3 wethouders als zouden zij kostenposten zijn. Maar wij hebben in de vorige colleges kunnen zien hoe wethouders met grote inzet en betrokkenheid bij de Lochemse samenleving grote sommen extern geld hebben weten te genereren.
Tot slot.

Dit coalitieakkoord kent een hoog gehalte van continuïteit van ingezet beleid, “geen ingrijpende koerswijzigingen” zegt u zelf, u gaat slechts accenten verleggen, maar wel met hele grote veranderingen in het sociale domein. Maar in uw keuze van wethouders zien wij deze continuïteit niet terug. Naast een burgemeester die er net 4 maanden is, een wethouder van buiten die de Lochemse gemeenschap niet kent, een wethouder zonder politieke ervaring en een zittende wethouder die een geheel nieuwe portefeuille krijgt. Onze laatste vraag is dan ook: Was het nu niet in het belang van Lochem geweest om ook in het college die continuïteit te behouden?”

Marian Beuke – fractievoorzitter