Door op 19 juli 2015

Huishoudelijke Hulp

Wie ondersteuning nodig heeft bij zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving wil blijven wonen, kan een beroep doen op de ‘Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)’. De gemeente gaat samen met haar inwoners op zoek naar welke ondersteuning hij of zij daarbij nodig heeft. Er bestaan twee soorten voorzieningen t.b.v. ondersteuning. Een maatwerkvoorziening of een algemene voorziening.

Een algemene voorziening is vrij toegankelijk en de gemeente hoeft niet eerst een onderzoek af te ronden naar de persoonlijke omstandigheden van een inwoner. Een aantal voorbeelden van een algemene voorziening zijn: Boodschappendienst, ontmoetingsruimte voor mensen die eenzaam zijn of een maaltijdverzorging.

Een maatwerkvoorziening is afgestemd op de persoonlijke situatie. Is een inwoner onvoldoende zelfredzaam of kan niet goed meedoen in de maatschappij en kan geen hulp vinden in zijn of haar netwerk, dan is de gemeente verplicht ondersteuning te bieden. In de wet staat niet wat voor soort voorziening dit moet zijn.

De (Rijks)overheid noemt een aantal voorbeelden op haar website  “Welke hulp kan ik thuis krijgen van de gemeente vanuit de Wmo 2015?”

Te denken valt aan: vervoersvoorziening, individuele begeleiding, beschermde woonplek, dagbesteding op maat, aanpassingen in de woning (bijvoorbeeld een traplift of een verhoogd toilet), ondersteuning van mantelzorgers of huishoudelijke hulp (zoals hulp bij het opruimen, schoonmaken en ramen zemen).

N.a.v. een onderzoek stelt de gemeente vast welke passende voorziening een inwoner nodig heeft die recht doet aan de gestelde hulpvraag. Vervolgens geeft de gemeente een beschikking af voor de betreffende voorziening. Als een inwoner een voorziening heeft gekregen kan deze niet ‘zomaar’ beëindigd of ingetrokken worden. De gemeente moet eerst onderzoeken of er iets veranderd is in de persoonlijke situatie.

Tijdens de raadsvergadering op 18 mei 2015 was de gemeenteraad het unaniem eens over het feit dat er bij ruim 900 inwoners er iets niet helemaal correct was verlopen en dat er eerst een onderzoek moest plaatsvinden voordat generiek alle beschikking ingetrokken konden worden. Bij lopende en aflopende indicaties moet worden aangetoond dat de persoonlijke omstandigheden zijn gewijzigd. De continuïteit van zorg moet zijn gewaarborgd, tenzij het college kan aantonen dat er iets veranderd is in de persoonlijke omstandigheden!

De wethouder heeft gehoor gegeven aan deze oproep. Echter vragen wij, de PvdA Lochem, ons af of de wethouder de onderzoeken heeft uitgevoerd zoals deze beschreven staan in onze verordening. Tijdens de RTG gaf de wethouder aan dat er veel gebeld is. Veel inwoners gaven aan opnieuw in gesprek te willen gaan met de gemeente. Ook was er een groep inwoners die inmiddels zelf een oplossing had gevonden. Maar is het mogelijk om d.m.v. een telefoongesprek ‘non-verbale communicatie waar te nemen? Is er ook gesproken met mantelzorgers, familie en buren? Is het n.a.v. deze gesprekken duidelijk geworden of er in de persoonlijke omstandigheden van deze mensen iets gewijzigd is?

Tevens heeft de wethouder advies ingewonnen bij de ‘Landsadvocaat’. N.a.v. dit advies werd er een ‘reparatie’ voorgesteld. Er is wederom gekozen om de huishoudelijke hulp (1) niet meer aan te bieden als Maatwerkvoorziening. De wethouder is en blijft van mening dat huishoudelijke hulp (1) geen voorziening binnen de Wmo is en dat huishoudelijke hulp een financieel laagdrempelig vorm van hulp is die elke inwoner zelf kan regelen en betalen.

Het verbaast de PvdA fractie dat de wethouder er voor gekozen heeft om de Huishoudelijke Hulp ‘uit de WMO’ te halen en onder te brengen bij de Participatiewet. Hierdoor komt slechts een heel klein deel van onze inwoners in aanmerking voor huishoudelijke hulp! De regels omtrent de participatiewet zijn financieel gezien ‘strenger’. Onze inwoners moeten eerst een financiële toets doorlopen. Dat betekent dat mensen, met slechts een klein inkomen, een klein eigen vermogen (spaargeld), huis of auto deze eerst zouden moeten opmaken en/of verkopen voordat zij in aanmerking kunnen komen voor de voorgestelde financiële regeling zoals die beschreven staat in de “Beleidsregels bijzondere bijstand en armoede- en minimabeleid 2015” van de gemeente Lochem.

Is het dan de bedoeling dat onze inwoners, met bijvoorbeeld een klein pensioen, eerst hun huis moeten verkopen en de overwaarde moeten opmaken voordat zij in aanmerking kunnen komen voor hulp van de gemeente? Maar de WMO moet toch juist toegankelijk zijn voor iedereen? En niet alleen voor een kleine groep inwoners die onvoldoende inkomen hebben?

Zoals de Landsadvocaat ook al aangeeft in haar advies aan de gemeente Lochem: “Het is op grond van de WMO 2015 niet mogelijk het inkomen een rol te laten spelen bij het al dan niet toekennen van een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening!”

Is het dan niet een riskante onderneming door de Huishoudelijke Hulp (1) algemeen gebruikelijk te ‘verklaren’ en deze onder te brengen bij de Participatiewet? Zelfs de “Landsadvocaat” kan niet met zekerheid zeggen of dit juridisch haalbaar is als het huidige voorstel wordt voorgelegd bij een rechter.

De WMO biedt weinig ruimte voor een kanteling. De compensatieplicht is namelijk niet veranderd. Wel had de gemeente Lochem kunnen overleggen met haar inwoners of de vergoeding omlaag kon en op deze manier gezamenlijk een besparingen te kunnen realiseren.

Onze inwoners verdienen het toch om terug te kunnen vallen op een laagdrempelige vorm van zorg? Daarvoor is de WMO toch? Waarom moeten veel mensen, waarvan de huishoudelijke hulp is beëindigd, eerst bezwaar maken en zelfs naar de rechter ‘stappen’?

Als bij verdere rechtsgang zal blijken dat de gemeente Lochem in het ongelijk wordt gesteld betekent dat het beleid teruggedraaid moet worden. Een meerderheid van de huidige gemeenteraad (GemeenteBelangen, D66, CDA en VVD) is bereid om deze juridische ‘gok’ te nemen en zoekt helaas niet naar een passende oplossing.

De fractie van de PvdA zegt: “Stop met noodreparaties, die waarschijnlijk tot nog meer onnodige juridische consequenties en financiële kosten zullen leiden! Voer de WMO 2015 uit zoals deze bedoeld is en voeg, in de beleidsregels Wmo2015, schoonmaakhulp (HH1) weer als Maatwerkvoorziening toe!”

Ruben Otemann

Raadslid PvdA Lochem