“Na vier jaar nu graag een bestuur dat daadkracht toont!”

19 maart 2018

 Hoe kijk je terug op je tijd in de raad?

Raadslid zijn is de mooiste en tegelijkertijd de meest frustrerende ‘hondenbaan’ waar een mens zijn – vrije – tijd aan kan besteden.

Mooi: omdat je toegelaten wordt in het leven van mensen en omdat je door dit contact wijzer wordt. Mensen die soms in hele andere omstandigheden leven dan je zelf doet. Het geeft je een brede kijk op de samenleving en het ‘voedt’ je zodat je weet wat de belangrijke dingen zijn waar je aandacht aan moet besteden in de raad. Mooi ook, omdat je mee kunt beslissen over ontwikkelingen in je gemeente die direct invloed hebben op het leven, de leefomgeving van inwoners. Je – met een beetje geluk en een lange adem – ontwikkelingen in gang kunt zetten die niet direct hun vruchten afwerpen, maar hopelijk wel in de toekomst. Frustrerend omdat het vaak anders gaat dan je gehoopt had, omdat je nooit iedereen tevreden kunt stellen en omdat politiek veel praten, overleggen en compromissen sluiten is.

 

Is de raad veranderd en wat vind je daar van?

In de 16 jaar is wel het een en ander veranderd. Toen ik in 2002 in de raad kwam hadden we hooguit 2 (soms 3) vergaderavonden per maand in het gemeentehuis. Daarnaast had je natuurlijk fractievergaderingen, ledenbijeenkomsten en bezoeken aan en acties met inwoners. Tegenwoordig is 2 (soms 3) vergaderavond per week met de raad geen uitzondering. Zelf ben ik van minder in het gemeentehuis en meer van inzet door fractie en partij met inwoners. Voor inwoners wordt het veel duidelijker waar een partij voor staat en voor de fractie is het belangrijk de band met inwoners goed te houden zodat zij weten wat er speelt in de samenleving. Ik praat liever met mensen dan over mensen.

 

Wat is voor jou inhoudelijk het belangrijkste onderwerp geweest de afgelopen 4 jaar?

Met stip op één staat de huishoudelijk hulp die we weer mogelijk gemaakt hebben. Ik kan mij nog goed mijn verontwaardiging herinneren toen ik het coalitieakkoord las waarin stond dat de huishoudelijk hulp afgeschaft ging worden. Ik dacht dat ik ontplofte. Niet alleen vond ik het zo ongelooflijk asociaal, maar het gaf ook aan dat men totaal los was van de samenleving en ook niet op de hoogte was van wet- en regelgeving of zich er niets van aan wilde trekken. Dat kwetsbare inwoners gedwongen werden hun recht te gaan halen bij de rechter, vind ik een bestuurlijk dieptepunt.

 

Wat moet volgens jou echt gaan veranderen?

Met de bestuurlijk malaise moet het echt afgelopen zijn. We hebben de afgelopen jaren een bestuurlijke achterstand opgelopen. Van de duurzaamheids- en economische agenda is nauwelijks iets terecht gekomen. De discussie over het verlenen van medewerking aan de plaatsing van windmolens in Zutphen door de gemeente Lochem is totaal gepolariseerd. We hebben twee jaar gevochten over de huishoudelijke hulp. De bestuurlijke aansturing van onze uitkeringsorganisatie Het Plein deugd niet en de uitvoering is een puinhoop. Er is geen woning gebouwd (alleen wat rood-voor-rood in het buitengebied) en zelfs een organisatievorm maken van de Wmoraad en de Cliëntenraad van Het Plein zodat belangenbehartiging en cliëntenparticipatie geborgd worden, is na 3,5 jaar nog niet gelukt. Dus nu graag een bestuur dat daadkracht toont. 

Wat vind jij van het media beeld lokale versus landelijke partijen?

Er wordt een merkwaardige tegenstelling gecreëerd. Alsof lokale partijen ‘voor de mensen zijn’ en landelijke partijen doen wat landelijk voorgeschreven wordt. Natuurlijk zijn lokale afdelingen van landelijke partijen bezig met hun eigen gemeente. Zo verschillen PvdA Lochem en  PvdA Zutphen bijvoorbeeld over de aanpak van de N348, juist omdat we de belangen van onze eigen gemeente, inwoners behartigen. Bovendien weet je bij een landelijke partij vanuit welk maatschappij-/mensbeeld politiek bedreven wordt. Bij  lokale partijen moet je dat maar afwachten.

Welk advies geef jij aan de nieuwe PvdA fractie?

Met zulke vragen stellen aan iemand die afscheid neemt moet je uitkijken. Voor je het weet wordt het iets van ‘weet je nog wel oudje’. Maar ik kan het toch niet laten, een paar. Blijf trouw aan de beginselen van de sociaal democratie. We zijn ooit opgericht om mensen die – nog – geen stem hadden een stem te geven, om een tegenmacht te vormen. Dat klinkt oubollig, maar het is vandaag de dag nog net zo actueel als 100 jaar geleden. Zoek inwoners op, informeer je, luister en handel er naar.

Wat ga je doen na 21 maart?’

Zeeën van tijd heb ik straks, het zal wennen worden. Ik blijf mij maatschappelijk inzetten voor Stichting Leergeld. Deze stichting zorgt ervoor dat kinderen  uit gezinnen met een laag inkomen mee kunnen doen op school of in het verenigingsleven door bijvoorbeeld fietsen, sport, schoolreisjes etc. te betalen. Daarnaast ben ik vanaf het begin betrokken bij het Westerborgproject in de gemeente. Dit project bezoekt elk jaar alle groepen 8 van de basisschool om over het belang van mensenrechten te praten, waarna de kinderen een bezoek brengen aan de tentoonstelling over Kamp Westerbork in de synagoge van Lochem en ze het project afsluiten met een bezoek aan het voormalig concentratiekamp Westerbork. Schendingen van mensenrechten zijn nog steeds aan de orde van de dag en ik vind het belangrijk kinderen bij te brengen dat je daar iets tegen kunt en moet doen.  En privé willen we nog veel van Europa en de wereld gaan zien.

Lochem, 19 maart 2018

Marian Beuke – fractievoorzitter PvdA Lochem