Liefdevolle zorg

• Zorg moet beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar zijn. De menselijke maat is daarbij belangrijk. Maatwerk en persoonlijk contact zijn uitgangspunt in onze zorg.
• De overheid staat er niet alleen voor, andere partners doen mee: het buurthuis, de school, de bibliotheek, de sportverenigingen.
• Veel mensen, die lange tijd zorg nodig hebben, zoals bijvoorbeeld mensen met psychische klachten, verliezen hun maatschappelijke relaties. Naast medische zorg en medicatie werken we ook aan maatschappelijk herstel.
• Mensen wonen tegenwoordig zo lang mogelijk thuis in hun eigen wijk/dorp.  Maar tegelijkertijd zien we dat bij ouderen eenzaamheid en dementie vaker voorkomen. Dat is een belangrijke maatschappelijke opgave.
• Zorg moet dichtbij worden georganiseerd. Dat geldt ook voor de ziekenhuiszorg en de ambulanceposten.
• De bureaucratische rompslomp moet zo gauw mogelijk overboord. De mens staat centraal, niet de regels (omgekeerde verordening). In de samenwerking met inwoners en instellingen is vertrouwen het uitgangspunt. Controle op kwaliteit is soms nodig, maar niet leidend.
• Onafhankelijke cliëntondersteuning is eenvoudig vindbaar en beschikbaar.

Sociaaleconomische verschillen in levensverwachting en gezondheid zijn voor de PvdA onverteerbaar. Armoede (slechte huisvesting, ongezonde voeding) speelt hierin een bepalende rol. 

Door in onze gemeente vol op preventie in te zetten en door op hele jonge leeftijd extra in kinderen (en hun ouders) te investeren, valt er een enorme gezondheidswinst te halen voor de kinderen in een kwetsbare positie/omgeving. 

Het (preventief) tegengaan van roken, alcoholgebruik en overgewicht door gezonde voeding en meer bewegen zijn belangrijk. De GGD en de consultatiebureaus kunnen dat niet alleen.  Mensen hebben steun nodig, of dat van een huisartsondersteuner komt of van een individuele cliëntondersteuner of medewerker van het Baken.

• Voorkomen is altijd beter dan genezen. Zo houden we de zorg betaalbaar. 
• Armoede, schulden, werkloosheid en zorg- en ondersteuningsvragen worden in samenhang benaderd en aangepakt.
• Basisvoorzieningen voor alle kinderen van 0 tot 12 jaar zijn essentieel en dienen behouden te blijven. Vroegtijdige signalering kan erger voorkomen.
• Voldoende speeltuinen en speelplekken, waar kinderen kunnen bewegen en spelen.
• Watertappunten op alle schoolpleinen, speeltuinen en sportclubs.
• We passen de richtlijnen van de ‘Rookvrije generatie’ toe.
• In het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs stimuleren we de aandacht voor gezondheid, gezonde voeding, sporten bewegen. Dit doen we bijvoorbeeld via de gezonde schoolkantine.
• Voor het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren, ook bij festivals, kijken we niet weg en adresseren we deze problemen in samenwerking met scholen, ouders, welzijnswerkers en politie.
• We zorgen voor een strengere handhaving op de verkoop van pillen en drank aan minderjarigen in onze gemeente.

Iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken. En gaat er onder gebukt. Ingeval van minimuminkomen dient ruimhartig met minimabeleid te worden omgesprongen.

• We onderzoeken welke mantelzorgers extra ondersteuning nodig hebben.
• De pilot zorgcoördinatoren moet voortgang vinden. Ouderen kunnen hier terecht met al hun vragen: van financiën tot zorg, en van huisvesting tot de aanschaf van hulpmiddelen. Als mensen zelf niet meer de deur uit kunnen, zijn huisbezoeken standaard.

Gelukkig gaat het met de meeste kinderen goed. Maar wel groeit 1 op de 9 kinderen in Nederland op in armoede. Met kind centra en jeugdbeleid volgen we de opgroeiende jeugd. Maar er blijft een groep kinderen die echte jeugdzorg nodig hebben. Vroegtijdige signalering en preventieve maatregelen voorkomen die vraag helaas nog niet voldoende.

Kinderen in onze gemeente mogen ervan verzekerd zijn dat we alles op alles zetten opdat:

• Jeugdzorg dichtbij wordt georganiseerd.
• Maatwerk geleverd wordt in de jeugdzorg en jeugddienstverlening.
• Jeugdige mantelzorgers in beeld komen en ondersteuning krijgen.
• Kinderen in hun eigen buurt naar school kunnen gaan.
• Veiligheid in en rondom scholen, in wijken en bij verenigingen gewaarborgd wordt.
• Alle scholen en speelvoorzieningen veilig, goed onderhouden en volledig toegankelijk zijn.

Voor alle kinderen:

• Er geïnvesteerd wordt in bereikbare en toegankelijke voorzieningen zoals consultatiebureaus, GGD, (VVE) peuterspeelzaal, scholen, gebiedsteams met een jeugdspecialisme, cultuur- en sportverenigingen, bibliotheek en jeugdzorginstellingen (GGZ).
• Het alcohol- en drugsgebruik onder jongeren wordt aangepakt.
• We willen in samenwerking met het onderwijs voortijdig schoolverlaten voorkomen en deze vroegtijdige schoolverlaters actief tegemoet getreden.
• Jongeren uit het praktijk- of speciaal onderwijs naar vervolgonderwijs of naar combinaties van werken en leren worden begeleid.

Wij staan voor een open en diverse samenleving, waarin iedereen zich naar vermogen kan ontplooien. Iedereen doet mee en draagt bij naar eigen mogelijkheden. Als mensen problemen hebben, die ze niet zelf kunnen oplossen, dient in sociale samenhang en met zelfredzaamheid hulp voorhanden te zijn. 

Inwoners mogen er zeker van zijn dat:

• Er voldoende ontmoetingsmogelijkheden zijn en blijven.
• Sociale cohesie van belang is (de opbouwwerker terug in  de wijken).
• De toegankelijkheid van voorzieningen waaronder ook winkels, restaurants e.d. voor mensen met een beperking maximaal is.

Ofschoon Nederland tot de rijkste landen ter wereld wordt gerekend, leeft nog steeds 10% van de bevolking in armoede. De kansengelijkheid is nog steeds ver weg. 

Daar ligt de sleutelrol voor de gemeente. Onze dienstverlening moet hierop ingericht worden. 70% van de huishoudens die in de problemen zit, is niet zichtbaar. Met een goede lokale aanpak zorgen we ervoor dat onze inwoners elkaar kunnen blijven ontmoeten, op het schoolplein, bij de sportvelden en op de markt. Daarvoor willen we schulden vroegtijdig oplossen voor ze leiden tot veel sociale ellende en onnodig hoge kosten. In een dergelijke situatie waarin je je machteloos en hulpeloos voelt, maakt een benadering vanuit begrip in plaats van wantrouwen een wereld van verschil. 

De gemeente kiest voor een vorm van hulpverlening, die er op gericht is om de mensen te helpen en niet om hen ‘aan te pakken’. Goede schuldhulpverlening en een ruimhartig minima- en armoedebeleid moeten ervoor zorgen, dat mensen mee kunnen blijven doen. 

• Onze gemeente biedt onze inwoners algemene financiële coaching aan. Samen lopen we alle contracten door (zoals energie, telefoon, internet en verzekeringen) en kijken we hoe het goedkoper kan. Wanneer er bijvoorbeeld geld kan worden bespaard door over te stappen naar een andere aanbieder, helpen we mensen met het maken van die overstap en beperken we de administratieve rompslomp.
• De energietransitie en het sterk oplopen van de gasprijs kan leiden tot energie-armoede. Op het moment dat dit aan de orde is willen we inkomenssteun, snelle steun voor woningisolatie, in gesprek gaan met woningbouw en andere verhuurders. Energiecoaches kunnen ondersteunen met kostenbesparing op energiegebruik.
• Onze schuldhulpverlening en minimabeleid zijn gebaseerd op preventie en vroeg- signalering. We zetten alles op alles om te voorkomen dat schulden zo hoog worden, dat ze niet meer te overzien zijn.  Om snel te kunnen ingrijpen, sluit de gemeente een convenant met instellingen en organisaties als de woningcorporatie, energieleveranciers en zorgverzekeraars, zodat achterstanden bij de gemeente vroegtijdig worden gemeld en er op tijd kan worden ingegrepen, steeds in persoonlijk contact met inwoners.
• We vinden dat het hebben van schulden niet altijd een kwestie van ‘eigen schuld’ is. De oorzaken voor schulden kunnen heel divers zijn en eenieder overkomen. Belangrijke levensgebeurtenissen, zoals een echtscheiding, het verlies van je partner, de overgang in een levensfase, minder inkomen door het verlies van je baan of een mager pensioen, spelen vaak een rol.
• Schuldhulpverlening dient dichtbij en vroegtijdig ingezet te worden. Geen lange wachttijden. Een actieve benadering van kwetsbare groepen (Tozoregeling, bijstandsgerechtigden, Zzp constructies, stapelen van baantjes) verdient aanbeveling.
• We gebruiken bij onze schuldhulpverlening en vroeg signalering ook de basisregistratie personen (BRP).
• We kiezen voor snellere schuldhulpverlening en verkorten de duur van de schuldhulptrajecten. Trage schuldeisers moeten gedwongen worden mee te werken binnen redelijke termijnen.
• We voeren een schuldenpauze in, zodat mensen in de problemen weer lucht krijgen en de stapels met rekeningen, aanmaningen en incassokosten niet nog verder zien groeien.
• We doen meer dan alleen de minimale ondersteuning. Waar nodig kopen we de schulden af en verstrekken we saneringskredieten. De terugbetalingstermijnen beperken we tot 3 jaar om mensen sneller perspectief te bieden
• In onze gemeente krijgen mensen recht op een aflospauze van twee maanden per jaar.
• Jongeren met problematische schulden krijgen de kans om in ruil voor werk en scholing kwijtschelding te krijgen.
• Jongeren met problematische schulden worden geholpen hun leven weer op de rit te krijgen. De gemeente neemt hun schulden over en begeleidt deze jongeren naar werk en/of scholing.
• Voor ons staat het doel van inkomensondersteuning voorop. Dat doel is breder dan alleen geld voor de huur en boodschappen: als we met inkomensondersteuning kunnen voorkomen, dat kinderen uit huis moeten worden geplaatst, is dat goed. Sterker, op die manier voorkomen we veel menselijk leed en kunnen we als gemeente (mogelijk) jeugdzorgkosten besparen.
• In dit kader vindt de PvdA Lochem dat het leefgeld voor mensen in de schuldhulpverlening voldoende moet zijn om, zonder wekelijkse zorgen, de basisuitgaven te kunnen doen.

• De PvdA pleit landelijk voor een verhoging van het minimumloon en het sociaal minimum. Dat is nodig om armoede en schulden zoveel mogelijk te voorkomen. Lokaal gaan we voor onze minimaregelingen uit van 130% van het sociaal minimum.
• We voorkomen een armoedeval zodat mensen die vanuit een uitkering weer aan het werk gaan, er financieel niet op achteruitgaan. Om mensen te stimuleren weer aan het werk te gaan, is er altijd een terugvaloptie naar de vorige situatie en beperken we het financiële risico.
• Gemeenten mogen ervoor kiezen om bij meer mensen de gemeentelijke belastingen kwijt te schelden door de inkomens- en/of vermogensgrenzen te verhogen. We maken gebruik van deze mogelijkheid in de landelijke wetgeving.
• We beginnen al op jonge leeftijd met goede financiële educatie. Een schuld op jonge leeftijd kan de rest van je leven verpesten.
• We willen de omslag maken van schuld bemiddelen naar schuldsanering. De tijd, die hiermee gemoeid is zou maximaal anderhalf jaar moeten zijn, waarna iemand, die zelfredzaam wil worden, voor een langere periode een budgetcoach moet kunnen krijgen.
• Om ervoor te zorgen dat iedereen in onze gemeente goed verzekerd is, hebben we een ruime gemeentepolis voor alle mensen met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum. Deze gemeentepolis is ook voor zorg mijdende volwassenen belangrijk.
• Minima krijgen een tegemoetkoming in de eigen bijdrage van de Wmo als zij geen gebruik maken van de gemeentepolis.
• Onze gemeente heeft een minimapas voor iedereen met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum.
• Met de langdurigheidstoeslag helpen we mensen die ten minste drie jaar op het sociaal minimum zitten.
• Het openbaar vervoer is in onze gemeente gratis voor minima.

• Jongeren, die voor het eerst zelfstandig gaan wonen, krijgen een financieel checkmoment om de bewustwording over wat ze financieel te wachten staat te vergroten.
• De financiële checkgesprekken met nieuwe huurders nemen we in de prestatieafspraken met de woningcorporatie op.
• Met de woningcorporaties spreken we af, dat zij huurders met twee maanden huurachterstand bij het Baken aanmelden.
• We spreken bovendien af dat er geen huisuitzettingen (of andere drastische acties) plaatsvinden tot de hulpverlening van huurders op orde is.
• Er vinden geen huisuitzettingen plaats bij mensen, die schuldhulp aanvaarden. Hiermee voorkomen we verdere financiële en emotionele schade.
• Voor minima, die te hoge woonlasten hebben en meer dan 33% van hun besteedbaar inkomen aan woonlasten kwijt zijn, willen we een onderzoek naar het oprichten van een woonlastencompensatiefonds.

• Voor kinderen, die in armoede opgroeien nemen we de belemmeringen weg om aan activiteiten mee te doen, zowel op school, met sport als cultuur.
• We werken samen met Stichting Leergeld, het Jeugdsportfonds, de Voedselbank en het Jeugdcultuurfonds om de effecten van opgroeien in armoede in onze gemeente te bestrijden.

We willen een samenleving waarin iedereen meetelt. 

In onze vrije samenleving, die door diversiteit en veelkleurigheid gekenmerkt wordt, is de behoefte aan verbinding groot en is geen ruimte voor discriminatie en racisme. We kiezen voor een inclusieve samenleving, we kijken om naar elkaar, kunnen omgaan met verschillen en zijn weerbaar in een wereld die steeds sneller verandert.

• We komen op voor de rechten van iedereen. Gelijkheid en vrijheid zijn de basis voor de rechtstaat en van onze samenleving.
• We vinden, dat overheid en hulpverleners er voor jou zijn, ongeacht wie je bent.
• Wie een klacht of melding heeft, kan altijd veilig terecht bij de gemeente en/of bij de politie.

• We investeren in gemengde wijken. Dit doen we bijvoorbeeld door te bouwen voor alle inkomensgroepen en alle leeftijden. Integratie heeft meer kans van slagen als mensen elkaar ontmoeten in de eigen wijk, op school of tijdens het sporten.
• Netwerken worden in onze samenleving steeds belangrijker. Niet alleen mensen, die op jou lijken en tot jouw groep behoren, maar juist ook de mensen, die tot andere netwerken behoren kunnen je vooruithelpen.

• We vinden dat de gemeente zelf het goede voorbeeld moet geven als werkgever. Wanneer er weinig/geen diversiteit is, kan een (tijdelijk) quotum helpen om dit te doorbreken.
• We erkennen dat er ook binnen de overheid institutioneel verankerde vormen van discriminatie voorkomen. Personeelsbestanden zijn zelden een afspiegeling van de bevolking. Daarom voert onze gemeente een actief diversiteitsbeleid voor de eigen organisatie en past dit diversiteitsbeleid als voorwaarde toe in bijvoorbeeld het subsidie- en inkoopbeleid.
• We vinden het belangrijk dat mensen kunnen doorstromen en accepteren geen glazen plafonds. Juist daarom willen we de beschikbare stimuleringsregelingen ontschotten, bundelen en toegankelijker maken voor mensen die zelf niet in de mogelijkheid zijn in hun eigen ontwikkeling te investeren.
• We nemen stelling tegen gemeenschappen of groepen die niet tolerant en discriminerend naar anderen zijn. Dit doen we bijvoorbeeld door in ons subsidiebeleid toegankelijkheidseisen op te nemen in relatie tot de inclusieve samenleving.
• We zorgen, dat mensen elkaar kunnen vinden, en we maken zaken gemakkelijker. Bijvoorbeeld door de kinderopvang te betalen voor mensen die uit de bijstand een opleiding doen en op zoek zijn naar werk. Dat werkt de emancipatie echt in de hand.

De nieuwe inburgeringswet biedt kansen om nieuwkomers beter op te vangen in de lokale samenleving. Werken en de taal leren kan worden gecombineerd en de directe toegang tot arbeidsmarkt/scholing brengt mensen met elkaar in contact. We wachten niet tot mensen zelfstandige woonruimte hebben, maar starten al in het asielzoekerscentrum met de inburgering. 

• Door de nieuwe inburgeringswet zijn wij als gemeente verantwoordelijk voor de inburgering van nieuwkomers in onze (lokale) samenleving. Hierbij is met elkaar leven, in plaats van naast elkaar, van essentiële waarde. Daarom willen wij actief maatjesprojecten ondersteunen en initiëren.
• In ons lokale inburgeringsbeleid gaan we zo veel mogelijk werken en leren combineren. Mensen leren de taal gaandeweg op de werkvloer en in de klas.
• Samen met bedrijven en organisaties organiseren we werkplekken voor inburgeraars. Werk is de beste kans om snel onderdeel van de samenleving te worden en de taal te leren.
• We beginnen voor de verhuizing van de nieuwkomer naar onze gemeente al met taallessen bij het COA en lassen een pauze in tijdens de verhuizing. De gemeente moet binnen 10 weken (na toewijzing door het COA) een plan van aanpak maken met een nieuwkomer.
• Integratie heeft de meeste kans van slagen als mensen elkaar ontmoeten in hun eigen wijk/het dorp, op de school van hun kinderen en op de sportclub.
• We investeren in taalbeheersing op verschillende niveaus.
• Als gemeente nemen we de regie over toelating van taalaanbieders in eigen hand. Hierdoor is maatwerk mogelijk en wordt de kans op frauduleuze praktijken geminimaliseerd.
• Actief burgerschap voor nieuwkomers. Van nieuwkomers verwachten we wat we van alle Nederlanders verwachten: dat je je best doet, dat je je gedraagt en dat je opkomt voor de vrijheden en grondrechten van anderen. We beschermen nieuwkomers tegen groepsdruk.
• In het kader van de inburgeringswet zorgen we standaard voor een vrouwenemancipatieprogramma en een homo-emancipatieprogramma. Tolerantie en jezelf thuis voelen zijn belangrijk.