PvdA Lochem blij met uitspraak rechtszaak huishoudelijk hulp
De PvdA Lochem is blij met de uitspraak die de rechter woensdag 8 april heeft gedaan in het kort geding tussen vijf inwoners van Lochem en de gemeente. Blij omdat deze vijf inwoners voorlopig weer huishoudelijk hulp krijgen, maar ook omdat de rechter wel een paar dingen gezegd heeft die voor alle mensen die tot voor kort nog hulp kregen geldt. “De gemeente Lochem mag de indicaties voor huishoudelijke hulp op grond van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) niet zonder meer beëindigen, zonder dat er eerst onderzoek wordt verricht naar de persoonlijke omstandigheden van de hulpbehoevenden.”, aldus de voorzieningenrechter. Ook in de toelichting staan een aantal interessante zaken. De rechter spreekt over ‘compenseren voor de beperkingen’ en ‘schoonmaken moet als een algemeen dagelijkse levensverrichting worden gezien’.
In september vorige jaar heeft de raad van de gemeente Lochem een uniek besluit genomen door de huishoudelijke hulp 1 helemaal af te schaffen. Daar heeft de PvdA tegen gestemd. Om verschillende redenen was het een slecht voorstel. Bovenal natuurlijk omdat door dit voorstel een groot aantal inwoners met fysieke en psychische problemen werd getroffen. Veelal mensen op hoge leeftijd, met fysieke beperkingen, met vaak alleen AOW en een klein pensioen, een sociale omgeving die ook relatief oud is en kinderen die op afstand wonen en ook al taken overnemen. Maar ook omdat het volgens ons gewoon niet volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 kon.
Daarin wordt namelijk gesteld dat de gemeente verplicht is onderzoek te doen naar de persoonlijke omstandigheden van de mensen en de beperkingen die de mensen ondervinden bij hun zelfredzaamheid en participatie in de samenleving. Dit dient door de gemeente gecompenseerd te worden. En als die beperking dus lichamelijk dan wel psychisch is waardoor je het huishouden / schoonmaken van je huis niet meer zelf kunt doen, dan dient de gemeente dit te regelen.
In de praktijk kwam het er op neer dat een grote groep mensen per brief bericht kreeg dat de huishoudelijke hulp zou stoppen. Dus geen onderzoek naar persoonlijke omstandigheden vooraf. Voor de eerste groep inwoners ging dat in per 1 januari jl. Voor de tweede groep inwoners per 1 april jl. Wij hebben veel van deze mensen gesproken. En deze verhalen motiveerden ons om steeds maar weer vragen te stellen en amendementen in te dienen bij de raad om het beleid gewijzigd te krijgen. Vooral door de vragen die de PvdA fractie gesteld heeft naar aanleiding van de uitspraak in de rechtszaak tegen de gemeente Montferland, had het college beter moeten weten. De meerderheid (GB, D66, CDA en VVD) van de raad heeft de kop in het zand gestoken en zich elke keer met een kluitje in het riet laten sturen en nu heeft de rechter gesproken. Het kan niet anders dan dat nu gevolg gegeven wordt aan die uitspraak en dat met alle mensen die huishoudelijke hulp kregen, een zogenaamd ‘keukentafelgesprek’ gevoerd wordt en dat daarbij naar de werkelijke behoefte van onze inwoners gekeken wordt.
Marian Beuke – fractievoorzitter PvdA Lochem
Lochem, 10 april 2015.